Andere kenmerken Gilles de la TouretteTourette is een ticstoornis, maar de tics staan zelden alleen. In 86 procent van de gevallen gaat Tourette gepaard met één andere aandoening, maar gemiddeld genomen heeft iemand met Tourette er zelfs twee andere aandoeningen bij. Het komt regelmatig voor dat deze problematieken ernstig genoeg zijn om een aanvullende diagnose te stellen. Daarom hebben mensen met Tourette vaak ook andere aandoeningen. Bijvoorbeeld:

  • ADHD: een aandachtsprobleem met hyperactiviteit
  • OCD: dwang- en dranghandelingen en –gedachten
  • ASS: een stoornis uit het autisme spectrum
OCD en ADHD komen het meeste voor samen met Tourette. Maar ook andere aandoeningen kunnen optreden als comorbiditeit (bijkomende verschijnselen). Soms is er slechts sprake van enkele kenmerken van andere aandoeningen in combinatie met Tourette. 

Bijvoorbeeld:

  • spanningsverschijnselen
  • slaapproblemen
  • angst en paniek
  • depressiviteit
  • woede
  • hooggevoeligheid
  • dwanggedachten
  • dwanghandelingen
  • moeite met concentreren
  • versterkte gevoelens
  • impulsiviteit
  • het vertonen van risicogedrag
  • problemen met het handschrift

Veel volwassenen hebben vaak meer last van de andere kenmerken die bij Tourette kunnen horen dan van de tics zelf.

OCD

OCD staat voor Obsessive-Compulsive Disorder, ofte- wel een dwangstoornis. Deze stoornis kenmerkt zich door dwanggedachten (obsessies) en dwanghande- lingen (compulsies). Bij OCD komt de dwang voort uit angst of onrust, men moet bijvoorbeeld een bepaalde handeling uitvoeren ‘om te voorkomen dat er iets ergs gaat gebeuren.’

Ook mensen met Tourette kunnen last hebben van OCD, maar angst en onrust spelen niet altijd een rol en het verschil tussen tics en dwang is dan ook een grijs gebied. Voorbeelden van obsessies zijn gedachten over symmetrie en dwangmatig tellen. Bijvoorbeeld iets met de linkerhand moeten aanraken, omdat je het ook met je rechterhand hebt aangeraakt. Of steeds moeten tellen langs hoeveel bomen je gereden bent. In sommige gevallen betreffen de obsessies seks of geweld.

De compulsies hebben vaak te maken met aanraken, controleren en een ‘just right’ gevoel. In het laatste geval heb je het gevoel dat er iets niet écht goed is of dat iets incompleet of onvolledig is. Hierdoor kan het voorkomen dat je iets steeds opnieuw moet doen,

tot het goed voelt. Zoals opnieuw uit je bed moeten stappen op een bepaalde manier of een woord opnieuw uitspreken.
Dwanggedachten en –handelingen kunnen zeer tijdrovend zijn en invloed hebben op het concentratie- vermogen en slaappatroon. Er zijn grote aanwijzingen dat Tourette en OCD ook genetisch met elkaar verbonden zijn, in tegenstelling tot Tourette en ADHD.

ADHD

Zo’n zestig procent van de mensen met Tourette heeft ook ADHD (Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder). Kenmerken van de meest voorkomende vorm van ADHD zijn een slechte concentratie, korte spannings- boog, snel afgeleid zijn, hyperactiviteit en impulsiviteit. De precieze relatie tussen Tourette en ADHD is complex en niet helemaal duidelijk. Wel is bekend dat ADHD zich anders kan uiten als je eenmaal op volwassen leeftijd bent. Je hebt er beter mee leren omgaan en kunt je energie bijvoorbeeld kwijt in werk of sport. De bewegingsdrang is vaak minder aanwezig, terwijl volwassenen met ADHD nog wél een grote innerlijke onrust ervaren. Soms praten ze erg veel en zijn ze impulsief.

Kenmerken van deze impulsiviteit zijn bijvoorbeeld: iets doen zonder er eerst over na te denken, een vraag beantwoorden voordat deze volledig is gesteld of relaties en banen impulsief aangaan en verbreken. De innerlijke controle die over het algemeen wordt verwacht van volwassenen, is bij volwassenen met ADHD in verminderde mate aanwezig. Ze reageren vaak op alle prikkels die van buitenaf aangeboden worden en zijn daarom sneller afgeleid.

Er bestaat ook een vorm van ADHD zonder hyper- activiteit en impulsiviteit; het overwegend onoplettend type. De concentratieproblemen staan op de voor- grond en mensen met deze vorm van ADHD kunnen anders overkomen dan mensen met ADHD van het hyperactieve-impulsieve type: in tegenstelling tot druk en impulsief, zijn ze vaak rustig en dromerig. Wél zijn ze snel afgeleid, hebben ze moeite met plannen en vergeten zij vaak dingen.

Autisme Spectrum Stoornis

De Autisme Spectrum Stoornis (kortweg: ASS) komt regelmatig voor bij mensen met Tourette. Andersom komen bij veel mensen met ASS ook tics voor. Daar- naast kunnen stereotiepe bewegingen aanwezig zijn. Dit zijn bewegingen zoals heen en weer wiegen of fladderen met de handen en het gaat hierbij om iets anders dan tics.

Vaak is er een overlap van Tourette-symptomen en kenmerken van ASS. Zo hebben mensen met Tourette af en toe moeite met contacten leggen en vriend- schappen onderhouden. Ook hebben mensen met Tourette soms een grotere behoefte aan structuur en voorspelbaarheid. Veel mensen met Tourette zijn snel overprikkeld; een kenmerk dat ook regelmatig bij ASS wordt gezien.

Bij overprikkeling is er sprake van een grote gevoelig- heid voor interne en externe prikkels. Men heeft het gevoel dat iets snel teveel wordt. Interne prikkels zijn bijvoorbeeld heftige emoties of gedachtes, terwijl externe prikkels uit de omgeving komen, zoals (harde) geluiden, felle lichten of drukte. Veel mensen met Tourette ervaren een minder goed filter om deze prikkels te kunnen verwerken. Het gevolg kan variëren van een lichte ergernis tot pijn in het hoofd en aan ogen, oren en huid tot aan een overbelast systeem en totaal uit balans raken, in de stress schieten of zelfs een woedeaanval krijgen. Deze overprikkeling heeft een negatieve invloed op de concentratie en kan vermoeidheid veroorzaken.

Lees meer over de andere kenmerken in onze informatiefolders.

De nadruk komt vaak te liggen op bovenstaande kenmerken, terwijl Gilles de la Tourette ook juist vaak samengaat met andere, positieve karaktereigenschappen, zoals:

  • gevoelig en een groot rechtvaardigheidsgevoel;
  • grappig en een fantastisch gevoel voor humor;
  • energiek en een flitsend reactievermogen;
  • loyaal en niet haatdragend, nooit lang kwaad of wrokkig;
  • nuchtere kijk op de dingen;
  • vaak een uitgesproken talent in tekenen, muziek maken, acteren, sporten of computers;
  • goed in multi-tasken, op het zelfde moment tv kijken, lezen en een gesprek volgen bijvoorbeeld;
  • origineel, geen kuddedier, innovatief en creatief, ook in het oplossen van problemen;
  • intense interesse in iets of iemand;
  • in staat om zich ergens in vast te bijten, een groot doorzettingsvermogen;
  • scherp waarnemingsvermogen, horen en zien alles, oog voor detail en het terugvinden van dingen die kwijt zijn, zoals verloren geld;
  • soms een fotografisch geheugen.

Volgende pagina: Oorzaak