Ruth: Wazig verhaal

En toen zat ik zomaar met Anne Linde bij de orthoptist. Je kent haar wel. Of eigenlijk nog waarschijnlijker: je kent haar niet. Het is niet zo’n beroep waar de decaan op de middelbare school je mee dood gooit. Je moet al persoonlijk met haar geconfronteerd zijn, wil je enigszins weten waar zij voor gestudeerd heeft.

Lang leve Google. Een orthoptist blijkt gespecialiseerd te zijn in de verschillende functies van de ogen. Samenwerking van de ogen, oogbewegingsstoornissen, leesklachten, scheelzien, dubbelzien, hoofdpijnklachten, onderzoek bij mensen met een beperking – het ligt allemaal zo’n beetje op haar bordje.

Aap

Okee, daar zat ik dus min of meer toevallig met mijn 12-jarige dochter. Tijd voor een uitgebreid oogonderzoek. De orthoptist ging aan de slag. Een prima gezichtsscherpte, kaarsrechte ogen, een brilsterkte van nul waar de opticiens niet rijk van zullen worden. Diepte zien om een puntje aan te zuigen, voldoende scherpstel-vermogen en ongestoorde oogbewegingen. Nou ja, ongestoord…

Daar viel nog wel het één en ander over te zeggen. In oogheelkundige termen waren er geen afwijkingen, dat klopt. Alle oogspieren konden netjes datgene doen wat in de boekjes beschreven stond. Tot zover het goede nieuws.
Het was tijd voor een aap uit een mouw.

Accommodatie-tic

“Ik heb ook een tic waarbij ik tussendoor steeds wazig kijk.” Verbaasd keek ik haar aan. Ik vroeg me af waarom ze het daar nooit over gehad had. We dachten het hele arsenaal te kennen, van oog knipperen, ogenrollen, wegkijken tot wrijven en opensperren. Maar blijkbaar was er meer. “Bij het lezen en ook bij het kijken in de verte krijg ik telkens een wazig beeld en daarna wordt het weer scherp. Dat is best lastig. Ik heb hem al een hele tijd.”

Anne Linde bleek een accommodatie-tic te hebben. Daarbij is de spier die de ooglens boller kan maken de tic-pineut. Het lijkt er dan op of de autofocus van de leg is. De orthoptist, die een heleboel van Tourette bleek te weten, werd er gepast enthousiast van. Ze had al langere tijd een vermoeden dat deze tic bestond, maar in de literatuur had ze er niets over kunnen vinden. En nu zat er gewoon één in het wild en meetbaar op haar stoel! Alsof ze een zeldzame vogel had gespot. Ik kon het haar niet kwalijk nemen.

Zeuren en sponzen

Maar mijn moederhart kreeg wel een opdoffer. Het was natuurlijk heel loffelijk van Anne Linde dat ze niet over haar oogtics gezeurd had. Voor haar was het gewoon één van de tics waarmee ze had leren leven. Maar als moeder had ik het toch wel fijn gevonden om te weten.

De biecht ging verder: “Ik heb de scherpstel-tic ook al vaak gesponsd en dat lukt ook, maar dat kost zoveel concentratie dat ik dan op dat moment niet kon lezen.”

Sponzen? Oh ja, dat moet ik even uitleggen. In huize Boer hebben we het over “sponzen” als iemand zijn Exposure-en-Respons-preventie-skills inzet. Lang leve de cognitieve gedragstherapie, maar wij vinden het een veel te lange uitdrukking. Dus het is “sponzen” geworden. Erg fijn dat ze die tic kan sponzen, maar het idee was juist dat ze in die tijd wél zou kunnen doorlezen. Tot zover de spons.

Broertje van Botox

De druppels die de orthoptist tijdens het onderzoek gebruikte om accommodatie tijdelijk lam te leggen waren een ware eyeopener. Binnen een halfuur kon de ooglens niet meer scherpstellen, dus kon Anne Linde de tic niet meer uitvoeren. Nadat het tic-alarm nog een halfuur uit gewoonte wat pogingen had gedaan om er doorheen te breken, gaf ook deze het op. Met verwijde pupillen, een geleende leesbril en heel wat om over na te praten, gingen we naar huis. En het wonder geschiedde: deze 12-jarige puber ging zonder mankeren aan haar huiswerk en hield dat deze keer verbazingwekkend lang vol.

We springen een paar weken verder in de tijd. Het sponzen is verder geoefend, maar heeft (nog) niet het gewenste resultaat opgeleverd. In samenwerking met de kinderpsychiater heeft de orthoptist een broertje van Botox ingeschakeld in de vorm van oogdruppels. Gewapend met een zonnebril en een zelf uitgekozen leesbril geniet onze meid nu tijdens het voorbereiden op de toetsweek van rustig en stabiel zicht. Zonder hoofdpijn.

Blooper

O, en had ik al verteld dat ik zelf die orthoptist was? Dat ik even de pet van “moeder” af en die van “orthoptist” had opgezet? En dat ik mijn orthoptische ogen uit mijn moederhoofd schaamde toen ik erachter kwam dat mijn bloedeigen dochter al tijdenlang rondliep met een probleem op mijn vakgebied?

Over Ruth (1975):
Ruth Boer-van der Linden is een enthousiaste moeder van midden veertig. Samen met haar man Jan Willem, dochter Anne Linde (12), dochter Marleen (10) en zoon Hugo (6) geniet ze van het leven. Beide dochters zijn gezegend met het Syndroom van Gilles de la Tourette en ADHD. Zoonlief komt nog niet verder dan een chronische motorische ticstoornis. Omdat ook in lastige ervaringen met enig omdenken best wat grappigs te vinden is, probeert Ruth de dagelijkse struggles op humoristische wijze te beschrijven.